Skip to content

Werfsite Mortsel: PVDA stelt voor dat Stad niet verkoopt aan de projectontwikkelaars

Werfsite Mortsel: PVDA stelt voor dat Stad niet verkoopt aan de projectontwikkelaars

Opnieuw dreigt een belangrijk terrein in het hart van Mortsel verkocht te worden aan projectontwikkelaars. Het gaat om de werfsite, ook gekend van het vroegere containerpark aan de Sint-Benedictusstraat. De stad maakte alvast zelf een plan hoe het er zou moeten uitzien: met drie appartementsgebouwen, een poorthuis, rijhuizen en een ondergrondse parking. Een voorstel onder voorbehoud van de afspraken die met de ontwikkelaars gemaakt zullen worden.

Maandagavond 23 april kondigde het stadsbestuur op een bewonersvergadering het project aan voor de werfsite, de site van de technische dienst waar het vroegere containerpark was gevestigd in de Sint-Benedictusstraat. Hoewel het om een haalbaarheidsstudie gaat, werd het project al erg gedetailleerd voorgesteld in samenwerking met IGEAN en architectenbureau Collectief Noord. Een project met 70 wooneenheden, die samenkomen in drie appartementsgebouwen met 49 appartementen (één met vijf woonlagen en twee met vier woonlagen). Naast een reeks van 12 rijhuizen en een poortwoning met 9 sociale woningen. Bedoeling is het project zelf inhoudelijk te laten uitwerken en vervolgens het terrein met bouwvoorstel te koop te stellen aan projectontwikkelaars, die er dan op kunnen bieden.
De talrijk aanwezige bewoners maakten duidelijk dat het niet normaal is dat er nu pas een eerste bewonersvergadering wordt georganiseerd, terwijl het project er kant en klaar ligt, en er tot vandaag geen enkele consultatie werd gedaan. Het stadsbestuur wond er geen doekjes om dat het terrein geld moet opbrengen, geld dat moet dienen voor de investering in het nieuwe gebouw van de technische dienst op de Heirbaan met een prijskaartje van 2,5 miljoen euro.
IMG-2876.jpg

Eerste raadpleging komt er in eindfase van ontwerp

Voor veel bewoners is er een grote bezorgdheid: er zijn vragen waarom er 70 woningen op moeten komen in appartementsgebouwen van meer dan 13 meter hoog, zonder dat er sluitende garanties zijn over het uiteindelijke bouwplan van de projectontwikkelaar. Vragen over de verkeersveiligheid door de binnen- en buitenrijdende auto's die uit de ondergrondse parking met 80 parkeerplaatsen zullen rijden. Vragen over de inbraakveiligheid door de toegang die er komt tot de tuinen van de Sint-Benedictusstraat. En vragen waarom het terrein eigenlijk absoluut op de markt moet gegooid worden.

Op voorstellen of de stad niet kan kiezen om er parkgebied van te maken, of het aantal woningen te beperken antwoordde burgemeester Broeckx. "We hadden ook kunnen kiezen om de belastingen te verhogen, maar dat willen we niet doen. Of we hadden gewoon direct een bordje kunnen zetten met "bouwgrond" en dan was een projectontwikkelaar gekomen die er een project had gezet met nog veel meer woningen."

De kwestie is natuurlijk dat na deze eerste fase dit project nog steeds zal verkocht worden aan de hoogstbiedende projectontwikkelaar. En dat de stad zo haar kroonjuwelen in het hartje van Mortsel verder verkoopt. Een uitverkoopmodel dat maar loopt tot er geen publieke grond meer te verkopen valt. Terwijl kostbare publieke ruimte juist de sleutel is om een eigen sociaal woonbeleid mee te kunnen voeren.

Verkoop de kostbare grond van de stad niet aan projectontwikkelaars

De PVDA vindt dat het terrein helemaal niet moet verkocht worden aan een projectontwikkelaar, maar dat de stad het in eigen bezit moet houden. In dergelijke projecten moet er inspraak zijn van de Mortselaars die start vanaf het begin van de ontwikkeling. Er is al teveel openbaar bezit verkocht aan de privé. Op de Brialmontsite werden drie "parkappartementen" met 49 appartementen geplaatst, waar publieke ruimte van vlakbij de vijver tot op het voetpad van de Fortstraat werd ingenomen. Een project waar enkel speculerende immobedrijven beter van worden.
Het is te gek dat een terrein dat zo waardevol is verkocht wordt, en de stad niet kan garanderen hoe het er uiteindelijk zal uitzien, of rechtstreeks verantwoordelijk blijft als er vragen zijn voor aanpassingen. In de dichtst bewoonde gemeente van het land zou de verkoop van stadsgronden verboden moeten worden. Mortsel zou daarentegen een eigen stedelijke woonmaatschappij kunnen starten. Door zelf de site zelf te ontwikkelen kan het aantal woningen beperkt worden, kan er gegarandeerd worden dat de ontwikkeling rekening houdt met de bezorgdheden van omwonenden en kan het aantal wooneenheden omlaag. Op die manier kan er ook ernstig rekening gehouden worden met de vraag naar "groene en gezonde wijken" die als hoofdbezorgdheid kwam uit de grote bevraging die de PVDA deed 655 Mortselaars.

Met een stedelijke woonmaatschappij houdt Mortsel beslissingen in eigen handen

Het afgelopen jaar stegen verkoopprijzen van woningen in Mortsel met 15%. Projectontwikkelaars en bouwbedrijven focussen op de hogere inkomens en zorgen voor een spiraal van oververhitting van de prijzen. Met een stedelijke woonmaatschappij kan de stad daarop ingrijpen. Door ook eigenaars, huurders en de sociale huisvestingsmaatschappijen hun plaats te geven kunnen we iedereen betrekken bij het woonbeleid in een coöperatie die democratisch en transparant werkt.
Met een stedelijke woonmaatschappij kan de stad zorgen dat de prijzen van de woningen betaalbaar blijven, beslissen over het aantal sociale woningen en het woonbeleid sturen. De stedelijke woonmaatschappij zorgt bovendien voor een constante stroom van inkomsten waarmee leningen kunnen afbetaald worden en die nadien de financiële gezondheid van de stad structureel ten goede komen. In plaats van een one shot verkoop waar enkel de privé beter van wordt. Het stadsbestuur besloot het debat dat er rekening gehouden zal worden met de grieven van de bewoners, en ze open staan voor betere voorstellen. Alle kansen dus om nu terug te komen op de verkoopplannen voor het te laat is.