Skip to content

Asbestvervuiling Hangar 40 geraakt niet opgelost, maar Stad Mortsel ontslaat klokkenluider

Asbestvervuiling Hangar 40 geraakt niet opgelost, maar Stad Mortsel ontslaat klokkenluider

Op dinsdag 26 september werd Peter Spruyt, gemeentearbeider en vakbondsafgevaardigde om dringende reden ontslagen, nadat hij de zoveelste keer vaststelde dat asbest niet correct werd verwijderd. De PVDA vindt dit ontslag onterecht en vraagt het stadsbestuur om er op terug te komen. En om volledige transparantie te geven over de falende sanering van het asbest.

Vroeger dit jaar kwam het gevaar van asbest al uitgebreid in het nieuws, naar aanleiding van het Eternit-proces, de parlementaire commissie asbest, het stort in Sint-Niklaas en de reportage in Pano. Het maatschappelijke probleem, en de risico's van deze stille killer worden ondertussen algemeen erkend.

Ward Coenegrachts, woordvoerder van PVDA Mortsel, reageert: "Alle specialisten benadrukken dat we veeleisend moeten zijn om dit sluipend gevaar in te dijken, omdat één vezel asbest kan volstaan om binnen 20 à 30 jaar longvlieskanker te veroorzaken. Peter Spruyt werkt 7 jaar bij Stad Mortsel als polyvalente arbeider die mee instaat voor het onderhoud van de gebouwen in de gemeente en is vakbondsafgevaardigde voor ACV. Hij stelde de laatste jaren bij herhaling vast dat er een onderschatting is van het asbestprobleem in de opdrachten die hij krijgt binnen Stad Mortsel. Telkens bracht hij feiten aan die duidden op de gevaren en het niet navolgen van de regelgeving omtrent sanering."

Toch bleek de afgelopen maanden dat de sanering van Hangar 40 niet correct en volledig gebeurde. Hangar 40 is één van de oude magazijnen langs de Fortstraat en vlakbij de Krijgsbaan, waar heel wat Mortselse verenigingen hun stek hebben. De karnavalisten van Karnamor bouwen er hun praalwagens, maar je vindt er ook de boogschutters, toneelgroep Streven, de kegelaars, ...
Na meerdere cleanings door een gespecialiseerde firma, stelden de gemeentearbeiders op 21 september vast dat de spanten onder het dak nog steeds niet gekuist waren, en dat er meerdere brokstukjes asbest waren blijven liggen. Vezels die bij sterke luchtverplaatsingen opnieuw in de lucht terecht kunnen komen. Het is ongezien dat de vraag van Peter Spruyt om op die plek niet verder te moeten werken en andere opdrachten uit te voeren, door het stadsbestuur werd aangegrepen als werkweigering.

Ward Coenegrachts: "Het is een slechte zaak voor de volksgezondheid en voor de democratie als klokkenluiders zonder meer aan de kant kunnen worden gezet. Zowel bevolking als de werknemers van de stad hebben alle belang bij stadspersoneel dat zich verantwoordelijk voelt  voor gezondheid van collega's en de gebruikers, en die het probleem durven stellen. Het ontslag van een werknemersvertegenwoordiger omdat die een punt maakt van volksgezondheid hoort niet thuis in een land dat democratische rechten hoog in het vaandel draagt."

De PVDA vraagt het stadsbestuur daarom terug te komen op het onterechte ontslag. Over de grond van de zaak legt de PVDA het stadsbestuur vijf vragen voor die in het belang zijn van alle gebruikers  en omwonenden.

1. Zijn de brokstukjes die de gemeentearbeiders vonden op 21 september 2017 in Hangar 40 onderzocht door een labo en gaat het hier om asbest?

2. Klopt het dat er een gespecialiseerde firma bij herhaling de opdracht kreeg om de asbestsanering te doen van Hangar 40 in juni 2016, opnieuw in mei 2017 en in augustus 2017? Kunnen die overeenkomsten publiek worden gemaakt? Hoe kan het dan dat er vandaag nog asbest wordt gevonden?

3. Welk onafhankelijk toezicht is betrokken bij de sanering en welke adviezen heeft dat toezicht gegeven?

4. Hoe werden de verenigingen die sinds september 2016 opnieuw in hangar 40 werkten geïnformeerd over de risico's die mensen kunnen gelopen hebben?

5. Op welke manier zal er volledige transparantie gegeven worden over asbestsaneringen aan gebruikers van publieke gebouwen en directe omwonenden?