Afgelopen week trok een jong koppel die met hun pasgeboren kindje in een appartement op de Statielei wonen aan de alarmbel. Nadat een onafhankelijke controle het gebouw was komen inspecteren, bleken de meetwaarden van de stof tetrachloorethyleen, veel te hoog. Oorzaak is een historische bodemvervuiling in het hart van de stad die lange tijd onopgemerkt bleef. Blijkbaar is het niet enkel met asbestsaneringen, zoals die van Hangar 40, dat er in het verleden te licht met volksgezondheid werd omgegaan.
De nieuwbouw waar Bart Smit gehuisvest is op het gelijkvloers ligt centraal op de Statielei, de drukke winkelas van Mortsel. Niet direct een plaats waar je verwacht in contact te komen met een chemische verontreiniging. Daniel en Sophie vielen dan ook compleet uit de lucht toen ze na een onafhankelijke inspectie vernamen dat de lucht van hun appartement zwaar verontreinigd was. En dat als gevolg van een onvoldoende gesaneerde bodemvervuiling van een vroegere droogkuis die in de Statielei gevestigd was.
De waarde van het giftige tetrachloorethyleen bleek zo maar even 140 maal hoger te liggen dan de richtwaarde. Als ouder van een baby van 10 weken zou je voor minder in paniek raken. De stof kan schade veroorzaken aan zenuwen, nieren en lever. Ze kan ook een verstorend effect hebben op bloedproductie, vruchtbaarheid, immuniteit en de ontwikkeling van kinderen. Toxicoloog prof Tytgat bevestigde in de krant dat wie lange tijd in contact komt met de stof, gevaar loopt voor een levertumor. Gelukkig werden er geen directe gevolgen vastgesteld bij het kindje.
In overleg met de stadsdiensten en met OVAM werd beslist dat het gezin niet in het appartement kon blijven wonen. Maar de woning werd niet onbewoonbaar verklaard. Gevolg: het huurcontract loopt verder terwijl het gezin de woning niet meer kan gebruiken.
Open brief werd in enkele dagen tijd meer dan 400 keer gedeeld
Voorgestelde maatregelen om de situatie te verbeteren, zoals de plaatsing van een verluchtingssysteem bleken structureel onmogelijk na onderzoek door de verhuurder. Gelukkig konden Daniel en Sophie intussen terecht bij familie. Ze schreven een open brief aan burgemeester Broeckx (N-VA). Daarin drukken ze hun onbegrip uit dat ze de facto dakloos zijn, maar het appartement niet onbewoonbaar wordt verklaard en de burgemeester geen stappen onderneemt. "Hoe kan het trouwens dat men zomaar kan bouwen op een bodem die zo verontreinigd is zonder dat deze gesaneerd wordt? In het centrum van Mortsel nota bene. In deze winkelpanden komen gezinnen met kinderen. (...) We zouden hier toch graag een duidelijk signaal willen dat u deze zaak ernstig neemt en dergelijke gezondheidsrisico’s niet minimaliseert." De brief werd op enkele dagen tijd meer dan 400 keer gedeeld.
Volksgezondheid primeert voor de PVDA
De PVDA stelt vast dat de zorg voor de volksgezondheid van bewoners en gebruikers in het verleden duidelijk tekort heeft geschoten. Het is onaanvaardbaar dat bij de constructie van dit gebouw de historische bodemvervuiling niet veilig werd gesaneerd en er een winkel en appartementen op gebouwd konden worden.
Vraag is: wat liep dan mis met de bodemonderzoeken? Bij overdracht van een pand met Vlarebo risico-activiteit als een droogkuis moet een bodemattest afgeleverd worden op basis van minimaal een oriënterend bodemonderzoek (OBO). Als dan blijkt dat er een ernstige bodemverontreiniging is en een humaan toxicologisch risico, moet er verder worden gegaan tot een sanering. Is dit gebeurd en is er in de saneringsdoelstellingen rekening gehouden met de herbestemming naar woonzone? Op die vragen moet duidelijkheid komen.
Risico's blijvend wegnemen
Daarom vragen we dat het nieuw onderzoek snel uitmaakt of de risico's blijvend kunnen worden weggenomen. Dat de nodige saneringswerken gebeuren op last van de stad, maar doorgerekend worden aan de vervuiler. Intussen mogen werknemers en bewoners geen enkel risico lopen, anders kan het gebouw niet verder vergund worden als woonverblijf.
Het jonge koppel moet de mogelijkheid krijgen om snel hun contract te verbreken. Enkel naar metingen verwijzen heeft weinig zin omdat er geen "norm" bestaat om de woning onbewoonbaar te verklaren. Het gezin dient schadeloos gesteld te worden voor de maanden dat ze een appartement huurden dat duidelijk niet bewoonbaar is. In tussentijd moet er hen gratis een vervangende woonst worden voorgesteld.
Om geen herhaling te krijgen van wat er hier gebeurde moeten alle gebruikers of huurders van panden waar sprake is van bodemverontreiniging op de hoogte worden gesteld van de voorgeschiedenis. Een grote verbetering zou zijn dat Stad Mortsel private huurwoningen systematisch controleert, met controle van de kwaliteit van de woning, ook wat betreft mogelijke vervuiling en luchtkwaliteit. Een gemeentelijk kwaliteitslabel zou dergelijke feiten in de toekomst uitsluiten.