Skip to content

Hoe kan je beweren dat Hangar 40 veilig is als er nog brokstukken asbest worden gevonden?

Hoe kan je beweren dat Hangar 40 veilig is als er nog brokstukken asbest worden gevonden?

Verschillende kranten brachten het verhaal van Peter Spruyt, ontslagen nadat hij een zoveelste keer asbest vond op zijn werkplek. De PVDA steunt Peter tegen zijn onterecht ontslag, waar weer eens de laagste in rang de zwaarste sanctie krijgt voor de fouten van de verantwoordelijken. We willen dat er duidelijkheid komt over de feiten in plaats van de struisvogelpolitiek die we vandaag zien.

In de reactie van het stadsbestuur lezen we vandaag dat de stad zeer voorzichtig is geweest, geen risico's heeft genomen en alle procedures heeft gevolgd. En dat de metingen na elke sanering onder de grenswaarden bleven. Daarmee zouden de loodsen perfect veilig zijn.

Wij zouden graag een antwoord krijgen met echte feiten en transparantie, in plaats van sussende beweringen. En wel op volgende vijf concrete vragen:

1. Zijn de brokstukjes die de gemeentearbeiders vonden op 21 september 2017 in Hangar 40 onderzocht door een labo en gaat het hier om asbest?

2. Klopt het dat er een gespecialiseerde firma bij herhaling de opdracht kreeg om de asbestsanering te doen van Hangar 40 in juni 2016, opnieuw in mei 2017 en in augustus 2017? Kunnen die overeenkomsten publiek worden gemaakt? Hoe kan het dan dat er vandaag nog asbest wordt gevonden?

3. Welk onafhankelijk toezicht is betrokken bij de sanering en welke adviezen heeft dat toezicht gegeven?

4. Hoe werden de verenigingen die sinds september 2016 opnieuw in hangar 40 werkten geïnformeerd over de risico's die mensen kunnen gelopen hebben?

5. Op welke manier zal er volledige transparantie gegeven worden over asbestsaneringen aan gebruikers van publieke gebouwen en directe omwonenden?

Een ding wat betreft de metingen. De FOD Waso (dat is de bevoegde Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg), benadrukt dat luchtmetingen nooit de enige referentie kunnen zijn.   http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=3400#AutoAncher1 Het is dan ook van geen belang wanneer iemand longvlieskanker krijgt, of het in een ruimte was waar de luchtmeting onder de wettelijke norm bleef.

"Eerst en vooral moet een visuele inspectie duidelijk maken dat er een kans bestaat dat het asbest los komt. Deze visuele inspectie is essentieel. Metingen vormen een onderdeel van de volledige risicobeoordeling. Ze moeten gepast en weloverwogen gebruikt worden. In dit geval kunnen metingen van de concentratie van asbest in de omgevingslucht enkel een indicatie geven van de ernst van de toestand. Het is niet de bedoeling om in dit geval metingen te gebruiken om te bewijzen dat men onder de norm zit en dat het veilig is. Er is geen veilige norm voor asbestkankers, dus het is de bedoeling om de concentratie zo laag mogelijk te houden en aan de hand van de visuele vaststellingen de gepaste maatregelen te nemen. "

Vraag blijft dus: hoe kunnen er vandaag nog zichtbare stukken asbest worden gevonden na alle saneringen door gespecialiseerde firma's? Welke opdracht gaf Stad Mortsel in die overeenkomsten? Is het normaal dat dat niet grondig en volgens de regels gebeurt? Zijn die firma's daar op aangepakt, verantwoordelijken voor de controle op hun werk er op aangesproken? Want het is geen argument dat metingen onder de grenswaarde zitten, als blijkbaar zelfs de oppervlakkige sanering niet eens correct is gebeurd.